Mede-oprichters Samourai Wallet veroordeeld tot celstraffen in belangrijke crypto-privacyzaak
In dit artikel:
De mede-oprichters van Samourai Wallet, Keonne Rodriguez en William Lonergan Hill, zijn woensdag in de Verenigde Staten veroordeeld tot respectievelijk vier en vijf jaar gevangenisstraf. De rechtbank stelde vast dat zij een ongeoorloofde geldtransactiedienst runden en daarmee hebben bijgedragen aan het verhullen van criminele geldstromen door gebruikers te helpen hun Bitcoin-transacties te anonymiseren.
Samourai bood privacyfuncties voor Bitcoin-gebruikers, met name de mixdienst Whirlpool, die transacties van meerdere mensen combineert volgens het CoinJoin-principe. Hoewel het bedrijf nooit direct over gebruikersfondsen beschikte, coördineerde het de mixprocessen en verstuurde transacties via eigen servers. De rechtbank oordeelde dat die coördinatie en het gebruik van een eigen netwerk voldoen aan de criteria van een geldtransactiedienst waarvoor volgens Amerikaanse regelgeving een vergunning vereist is — een vergunning die Samourai niet bezat.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie beschouwt de zaak als een waarschuwing dat witwassen met crypto net zo zwaar wordt aangekeken als traditioneel geld. Tegelijkertijd werpt de veroordeling vragen op over de verantwoordelijkheid van ontwikkelaars: wanneer kan het bouwen en onderhouden van privacy‑infrastructuur strafrechtelijk worden aangerekend? Aanklagers stelden dat de oprichters opzettelijk een infrastructuur in stand hielden die misbruik mogelijk maakte en daarmee miljoenen verdienden zonder anti-witwasmaatregelen of klantidentificatie.
De uitspraak contrasteert met eerdere juridische ontwikkelingen, zoals een eerdere verlieszaak voor de overheid tegen Tornado Cash, waarin een rechter oordeelde dat de onderliggende smart contracts niet zomaar te blokkeren waren. Toch lopen er nog rechtszaken tegen Tornado Cash-ontwikkelaars, en sommige betrokkenen vechten veroordelingen aan.
Na de stillegging van Samourai in 2024 verscheen direct een open-source alternatief, Ashigaru, wat de handhaving verder bemoeilijkt. Juridische en beleidsdiscussies binnen het ministerie van Justitie lopen uiteen: sommige functionarissen vinden dat het schrijven van code zonder kwade bedoelingen geen misdaad zou moeten zijn, terwijl recente zittingen laten zien dat privacytechnologie snel wordt getoetst zodra mogelijk misbruik wordt vastgesteld.
De zaak markeert een belangrijk precedent voor de toekomst van cryptoprivacy: ontwikkelaars, toezichthouders en wetgevers zullen de komende jaren moeten uitzoeken hoe de balans tussen het recht op financiële privacy en de noodzaak om misbruik te voorkomen juridisch en technisch gehandhaafd kan worden.