Inflatie in Nederland daalt licht naar 3,1 procent: lagere energieprijzen drukken cijfers
In dit artikel:
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rapporteert dat de Nederlandse inflatie in oktober is uitgekomen op 3,1 procent, iets lager dan de 3,3 procent in september. De daling wordt vooral veroorzaakt door afnemende energieprijzen: benzine en diesel werden iets goedkoper en ook de tarieven voor stroom en gas vielen licht terug. Als gevolg stegen energie en brandstof in oktober nog 2,1 procent, tegen 4 procent in september, waardoor het tempo van prijsstijgingen duidelijk afzwakte.
Tegelijk zijn er onderdelen die juist harder doorgroeien. De prijzen van diensten namen toe met 4,5 procent (tegen 4,1 procent een maand eerder) — de snelste stijging in een halfjaar en een punt van zorg omdat dienstenprijzen vaak minder snel dalen dan die van energie of goederen. Voedingsmiddelen, dranken en tabak werden 3,8 procent duurder, iets meer dan in september. Industriële goederen laten veel minder druk zien: een stijging van 0,4 procent tegenover 1,5 procent een maand eerder.
Volgens het CBS en hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen is energie opnieuw bepalend voor het inflatieverloop, maar de energiemarkt blijft volatiel: nieuwe sancties op Russische olie of productieveranderingen door OPEC-landen kunnen de pompprijzen snel weer beïnvloeden. Sommige economen wijzen erop dat hogere olieproductie op termijn neerwaartse prijsdruk kan geven.
Geharmoniseerde Europese cijfers (HICP) zetten de Nederlandse inflatie op 3,0 procent, ongewijzigd ten opzichte van september, waardoor Nederland zich nog aan de bovenkant van de Europese middenmoot bevindt. De Europese Centrale Bank richt zich uiteindelijk op lagere en stabielere inflatiecijfers en verwacht pas rond 2026 weer volledige prijsstabiliteit.
Voor consumenten betekent dit een gemengd beeld: kortetermijnverlichting door lagere energieprijzen maar blijvende pijn bij diensten zoals huur, verzekeringen en uit eten gaan. Voor rentebeleid kan de lichte daling de druk op de ECB verlichten en de deur openhouden voor lagere rentes in de toekomst, wat gevolgen heeft voor hypotheken, leningen en risicovolle beleggingen zoals crypto.