Einde belastingvoordeel in zicht? Politieke partijen verdeeld over hypotheekrenteaftrek

zaterdag, 30 augustus 2025 (21:09) - Newsbit.nl

In dit artikel:

De hypotheekrenteaftrek staat weer centraal in de verkiezingsstrijd. GroenLinks-PvdA wil de regeling binnen 8 tot 12 jaar volledig afschaffen; volgens lijsttrekker Frans Timmermans zou dat de huizenprijzen doen dalen en de woningmarkt eerlijker maken. De vrijkomende middelen moeten volgens de partij besteed worden aan het betaalbaarder maken van wonen, het verkleinen van inkomensverschillen, meer sociale huur voor middeninkomens en extra bouw op ongebruikte vliegvelden en bedrijventerreinen.

Het CDA volgt min of meer hetzelfde spoor maar met een andere bestemming voor de opbrengst: lagere inkomstenbelasting. Partijleider Henri Bontenbal erkent dat het pijnlijk kan zijn voor huiseigenaren, maar ziet afbouw als noodzakelijk voor een „gezonde woningmarkt”. Het CDA koppelt het voorstel aan andere plannen zoals een draagkrachtgebonden ‘vrijheidsbijdrage’ voor defensie en strengere regels voor finfluencers.

BBB levert felle kritiek: Kamerlid Henk Vermeer waarschuwt dat huiseigenaren door afschaffing gestraft worden en noemt de aftrek een hoeksteen van financiële zekerheid. Volgens zijn partij zou het wegnemen van de aftrek niet per se leiden tot meer bouwactiviteit; lagere prijzen zouden projectontwikkelaars juist kunnen afschrikken. Ook wijst BBB op de al gestegen woonlasten door inflatie en hogere energieprijzen.

Rekenvoorbeelden tonen mogelijke pijn voor huishoudens: hypotheekadviseur Van Bruggen berekent dat maandlasten bij een snelle afbouw (8 jaar) met ruim €500 kunnen stijgen; bij een zeer langzame afbouw over 20 jaar is dat ongeveer €300 per maand, en pas vanaf jaar 17. De overheid geeft jaarlijks ruim €11 miljard uit aan de aftrek; hoe die middelen opnieuw worden ingezet bepaalt mede wie er netto op vooruit of achteruit gaat.

Niet iedereen wil afschaffen: de VVD wil de aftrek behouden voor rust op de markt; de SP pleit voor handhaving tot een woningwaarde van €600.000 en snellere afbouw daarboven. De discussie blijft een belangrijk verkiezingsthema vanwege de grote financiële en politieke gevolgen voor zowel huishoudens als de woningmarkt.